Column | Inzending schrijfwedstrijd OOG Radio | Korte verhalen thema 'kruispunt'
Nu ik mijn dagen vul met zoeken naar nieuwe bezigheden, staar ik naar de muur tegenover me die ik niet eens meer waarneem. Hoewel mijn blik erop rust, komt het beeld, de contouren, de kleur, de brokkelige betonnen puntjes -waarvan ik te lui was om die op te schuren voordat ik er een verflaag overheen smeurde- niet verder dan mijn oogvocht. De gedachten die anders ronddwalen, blijven uit. Hoewel ik wordt beschouwd als een dromer, staar ik levenloos zonder enige brein activatie. Een beetje net als hoe mijn dagen zich nu vertoeven. Leeg.
Niet lang geleden zaten mijn dagen vol met verslagen schrijven voor de laatste deadlines van mijn studie. Het maken van opdrachten, het volgen van colleges en me hier vervolgens druk over maken. Nu alles is ingeleverd, is het wachten op de uitslag. Nog drie weken en dan weet ik of dit mijn allerlaatste deadlines waren voor deze opleiding en misschien wel voor school ooit. In ieder geval kan ik nu voor het eerst in vijf jaar helemaal niets doen voor school. Niet vooruit werken, niet inlezen in een volgend project, niet beginnen met leren voor een herkansing of starten met een verslag. Er lag altijd nog wel iets op de achtergrond waar ik mee bezig kon gaan. Nu is er niets. Nu is het wachten. Dus wat ga ik nu doen?
Ik staar naar die muur en bedenk dat ik de afwas kan gaan doen. Er staat een pan van gisteren, twee borden -waarvan één bord van het avondeten van gister en één waar ik mijn ontbijt en lunch op heb gegeten-, wat bestek, een kristallen glas en een roze theemok. Als ik nu de afwas ga doen, dan heb ik de rest van de dag niets meer om te doen. En waarom zou ik het ook nu doen, als ik het letterlijk elke andere seconde van de dag of week kan gaan doen? Misschien heb je het al door, maar ik hou niet van afwassen. Verder is mijn vloer schoon, ik heb net de kattenbak geleegd en er zijn genoeg boodschappen in huis voor de aankomende drie dagen. Een paar planten zijn aan het doodgaan, ik denk dat ik die nu meer water aan het geven ben dan dat zij aankunnen. Ik heb ze laatst ook nog verpot, alleen zijn er twee planten die sindsdien alleen maar slechter gaan. De sanseveria hangt slap en krijgt vliegjes. Volgens mij houdt dat in dat de wortels misschien verrot zijn, dus dan gaf ik hem inderdaad te veel water. Hij heeft nieuw grond en een klein beetje water om wat extra plantenvoeding erbij te consumeren. Nu maar hopen en wachten of die nog kan herstellen. Wel heb ik hem even apart gezet van de rest, zodat de vliegjes zich niet onder de rest zullen verspreiden. De andere plant die er steeds triester bij hangt is een kurkumaplant. Deze heb ik ongeveer een maand geleden nieuw gekocht bij Tuinland, waar ik verliefd werd op de mooie groene bladeren en roze bloemen. Ik hou ontzettend van bloemen en heb ze het liefst langdurig. Deze plant groeide zijn wortels uit de pot waarin ik hem meekreeg, dus heb ik hem verpot. Alleen nu bloeit hij geen bloemen meer, hangt hij slap en worden de bladeren geel en bruinachtig. Ik denk dat ik hem niet had moeten verpotten, maar nu is dat te laat. Ik hoop dat hij zichzelf ook nog kan herstellen, alleen weet ik niet hoe ik hem daarbij kan helpen. Voorlopig hoeven mijn planten dus geen aandacht, juist minder aandacht. Ik heb ze zo geconditioneerd dat ze genoegen nemen met het minimum en deze aandacht die ze nu krijgen, veroorzaakt zoveel shock dat ze er niet mee om kunnen gaan. Dat lijkt op hoe mijn lichaam zich nu ondervind. Gewend aan de veelvuldige stress om mij aan te zetten tot schoolwerk, waarbij ze nu ook niet weet hoe om te gaan met die verandering.
Ik wil iets te doen. Naast me ligt mijn laptop op de bank en ik zet hem op schoot en klap hem open. Gelijk komt mijn kat Boris naar me toe lopen en geeft kopjes aan mijn laptop. Hij wil nu op schoot. Jammer, vriend, had je eerder moeten zijn, ik lig hier al een tijdje. In de zoekbalk type ik 'Vacatures Groningen Sociaal Werk’ in. Er zitten niet meer vacatures bij dan twee uur geleden. Dan zie ik dat het zaterdag is en dat werkgevers in het weekend vast geen vacatures zullen plaatsen -en morgen ook niet. Mijn laptop sla ik dicht en zucht. Op z’n minst nog twee dagen wachten. Als ik mijn laptop naast me neer leg klimt Boris gelijk op schoot. Ik aai hem bij zijn wangen en hij begint de spinnen, pruttelen noem ik het ook wel. Hij pruttelt luid en gaat erbij liggen. Zijn pootjes spreidt hij en grijpt ze vast aan de roze deken die tussen ons in ligt. Het is een roze, zachte deken met glitter en zowel mijn, als Boris' favoriete dekentje. Boris is een grote kat van -laatst gewogen- 6.4 kilo, te zwaar volgens de dierenarts. Het is niet goed voor zijn gezondheid, maar ik hou van zijn grootheid, zijn 'chonky'. Hij is zacht en lief en is al vijf jaar oud sinds april. Hij vind het volgens mij wel fijn dat ik zoveel thuis ben. Telkens als hij hoort dat ik op de bank ga zitten, komt hij bijna rennend op me af om op schoot te klimmen. Ik vraag me af of hij gedachten heeft over waarom ik ineens zoveel thuis ben en of hij het straks ook lastig gaat vinden wanneer ik een baan heb en meer weg ben. Ik dacht altijd dat hij het prima vond in welke mate ik weg was, maar misschien had ik hem ook op die manier geconditioneerd. Dat zou ik zielig vinden. Dan geef ik hem nu maar veel aandacht en knuffels.
Als ik nu al een baan zou hebben, kon ik alvast gaan sparen om mijn studieschuld af te betalen. Wat een ironie dat ik de komende jaren met behulp van mijn studie, de gemaakte schulden ga afbetalen die voor mijn studie zijn gecreëerd. De studie die ik heb gevolgd heet Social Work, maar ik heb er altijd een beetje moeite mee om dat te zeggen. Ten eerste vind ik de naam ‘Social Work’ een tongbreker en het is trouwens ook gewoon een Nederlandstalige studie. Ten tweede worden studenten van de studie Social Work beschouwd als sociaal. Opzich logisch. Het ding is alleen dat mensen ‘sociaal’ vaak zien als ‘extravert’. Ja, dat ben ik dus niet echt. Begrijp me niet verkeerd, als rustige introvert heb ik ook zeker de vaardigheden om mijn doelgroep te helpen waar nodig. Straks gaan al mijn potentiële werkgevers mij vragen hoe die vaardigheden een aanwinst zijn voor de organisatie.
Tot die tijd zit er een leegte in mijn dag. Een oneindig gat waarvan ik niet weet hoe ik die duurzaam kan verzadigen. De afgelopen tijd ben ik meer gaan sporten, mijn huis nog meer schoon gaan maken, uitgebreider gaan koken en meer te lezen. Eerder was lezen een ontspanning, een ontsnapping. Nu is het een daginvulling en ik moet zeggen dat het een stuk minder ontspannend voelt, als ik me nergens van hoef te ontspannen of mijn gedachten nergens van af hoef te zetten. Ondanks dat ik mij dus helemaal niet ontspannen voel. Het is een staat van wachtende, gespannen, onder-prikkelende verveling, waarbij mijn opgebouwde stress nog niet is versleten.
Ik zie mezelf in een auto achter het stuur. Onrealistisch, want ik hou niet van autorijden. Toch zit ik daar, dicht met mijn gezicht op het stuur -want als ik er toch achter kruip kan ik op deze manier alles beter zien of het is de schijn van controle-, terwijl ik een kruispunt zie naderen. Het kruispunt komt dichterbij en ik zal zo moeten voorsorteren. Spoedig is het mijn beurt om te kiezen, maar de bordjes die anders aangeven welke richting je op kan, zijn leeg. Het duurt nog even voordat ik moet kiezen welke weg ik ga inslaan en toch voel ik de zenuwen pruttelen. Of het is de motor die draait terwijl ik wacht.
Boris ligt inmiddels languit over mijn benen maar ik voel mijn blaas opzwellen en drukken. Niet heel lang voordat ik deze Chonk eraf zal moeten werpen. Als ik dan eenmaal opsta, kan ik ook beginnen aan die afwas. Toch blijf ik onbeweegelijk liggen staren naar de brokkelende muur tegenover mij en laat de druk op mijn blaas ondragelijk worden tot ik het niet meer kan uitstellen om op te staan.
Reactie plaatsen
Reacties